Wat maakt de portiekflat, gebouwd in de jaren ’50 en ’60, zo interessant om te behouden voor de (sociale) woningbouwopgave?
Ons land staat vol met (voornamelijk) naoorlogse portiekflats. De kleinschaligheid van de ontsluitingstypologie (zes tot acht appartementen per trappenhuis), de relatie met het ruim opgezette maaiveld, de relatief kleine woningen met naar verhouding veel kamers, en de kwaliteiten van een doorzonwoning zijn kenmerken van deze woongebouwen die wij enorm waarderen. Hoewel ze op elkaar lijken, blijken ze bij nader inzien heel verschillend. Een slimme renovatieoplossing volgt uit de specifieke eigenschappen van een complex.
In de loop van de tijd zijn wij betrokken geweest bij meerdere renovatietrajecten van naoorlogse portiekflats: Braillelaan, Complex 208.